zondag 30 oktober 2011

De juf en de IB-er

Enkele weken na het rapport hebben we een gesprek met juf, wel anderhalf uur. We zijn laat thuis, maar het was beslist de moeite waard. Beide partijen zijn een stuk wijzer geworden. Wij hebben een boekje open gedaan over zoonlief, maar juf natuurlijk ook.

Het blijkt wel dat het bij zoonlief altijd goed gaat. Hij vindt alles leuk en gaat graag naar school, maar ondertussen loopt hij vreselijk op z’n tenen. Althans, zo lijkt het. We komen er maar niet goed achter wat er precies met zoonlief aan de hand is op school.

Hij is gespannen en prikkelbaar. Als hij niet meteen weet wat van hem wordt verwacht raakt hij in paniek en gooit het bijltje erbij neer. Ook vindt zoonlief fouten niet aanvaardbaar en wordt dan boos. Uiteraard komt zoonlief niet thuis met dit leed. Hij is het snel vergeten en vindt het niet vermeldenswaardig. Maar wij vinden het uiterst belangrijke informatie om mee te nemen in het onderzoek.

Een paar weken nadat we juf hebben gesproken heb ik een gesprek met juf en de IB-er. Ook de IB-er vindt dat zoonlief gespannen in de klas zit. We besluiten zoonlief een tandje minder hard te laten lopen. Al het thuiswerk wordt stopgezet en ook op school hoeft zoonlief het minimale te doen. Moet de klas acht regels schrijven, dan hoeft zoonlief er maar vier. Belangrijkste is dat zoonlief wat hij moet doen af krijgt en daar dus ook trots op mag zijn.

Er valt een grote last van mij af. Niets meer hoeven doen thuis. Geen tweede school meer zijn, maar gewoon mama van zoonlief. Wat een verademing na al die tijd. Zoonlief hoeft thuis niets meer te doen. Geen gelees, alleen maar voorlezen, geen rekenen, geen tafels, geen schrijfwerk, niets …

En zoonlief? Die bloeit langzaam op …
Prachtig, prachtig om te zien.

woensdag 26 oktober 2011

De IQ test

Het is gezellig in de auto. Zoonlief en ik kletsen wat af. Op de achtergrond Radio een. We zijn op weg naar het onderzoekscentrum. Zoonlief heeft er zin in. De vorige keer vond hij het er zo leuk! Ik ben eerder benieuwd. Vandaag de IQ test.
We zitten in de wachtkamer. Ik ben best een beetje nerveus en friemel wat aan mijn kleren. Ineens gaat de deur open en komt er een heuse adhd-er binnen. Mensen wat een energie heeft het kind. Het vliegt alle kanten op, totdat het door een van de therapeuten wordt opgehaald. 

Nee, neem zoonlief dan. Zit rustig naast me een botenspel te spelen. Het is best een moeilijk spel, maar zoonlief vind het leuk en gaat er dan ook helemaal in op. Zie je wel dat juf ongelijk heeft, denk ik dan. En we zitten hier om dat te bewijzen.

Zoonlief wordt opgehaald en ik blijf achter in de wachtkamer. Ik mocht wel even meekomen, maar dat wil ik niet. Zoonlief twijfelt, maar we nemen afscheid in de wachtkamer. Dat lijkt me beter. Geen stoorzender van een moeder in de kamer en ze beginnen toch niet eerder dan dat ik weer weg ben.

Toch blijf ik even in de wachtkamer zitten, want stel dat zoonlief me nodig heeft. Na een kwartier weet ik dat zoonlief het heus wel redt zonder mij. Ik sta lichtelijk bezwaard op. Even later start ik de motor van de auto en rij naar mijn ouders. Een lekker bakje koffie zal me goeddoen. (Dit was enkele maanden geleden, toen mijn moeder nog leefde.)

Ik zit alweer in de wachtkamer als zoonlief klaar is. Hij is helemaal blij en vond het ontzettend leuk. Onderweg vertelt zoonlief dat hij een vraag over Napoleon niet wist. Nu moet je mij ook niet zo heel veel vragen over Napoleon, maar dat terzijde. Fijn dat hij het leuk vond. Op naar het volgende onderzoek …

zondag 23 oktober 2011

Genietmoment

De beamer projecteert lied 398 van de Evangelische Liedbundel op de muur. Zeker weten dat zoonlief dit lied kan meezingen. Ik wijs naar de muur en zeg dat het een mooi lied is om mee te zingen. Zodra de muziek inzet en de gemeente meezingt hoor ik de stem van zoonlief. Hij zingt het hele lied vol overgave mee. Prachtig, wat een genietmoment. Manlief en ik kijken elkaar even aan.

Evangelische Liedbundel 398
Handen heb je om te geven
van je eigen overvloed,
en een hart om te vergeven,
wat een ander jou misdoet.

Refrein:
Open je oren om te horen,
open je hart voor iedereen.

Ogen heb je om te zoeken
naar wat mensen nog ontbreekt,
en een hart om uit te zeggen,
wat een ander moed inspreekt.

(Refrein)

Schouders heb je om te dragen
zorg en pijn van alleman,
en een hart om te aanvaarden,
wat een ander beter kan.

(Refrein)

Voeten heb je om te lopen
naar een mens die eenzaam is,
en een hart om waar te maken,
dat geen mens een eiland is.

(Refrein)


donderdag 20 oktober 2011

De uitnodiging

Niet lang nadat we alle formulieren hebben opgestuurd krijgen we een uitnodiging voor een intakegesprek. Het is me niet helemaal duidelijk of zoonlief ook mee moet. Tot twee keer toe stel ik de vraag aan het onderzoekscentrum en beide keren wordt me geadviseerd zoonlief mee te nemen. En dus nemen we zoonlief mee.

Als de therapeut ons begroet en zichzelf voorstelt kijkt ze verbaasd naar zoonlief. Nee hoor, hij had niet mee hoeven komen. Lekker dan, gaat weer een broodnodige middag school voor zoonlief. Ik ben er lichtelijk zuur van, maar het is niet anders. 

Terwijl wij het uur vol praten speelt zoonlief op de gang. Een enkele keer komt hij binnen. We staken het gesprek en zetten het weer voort als hij weg is. We leggen al onze zorgen bij haar neer. We benoemen dat hij vaak niet ‘tot resultaat’ komt tot grote frustratie van zoonlief. Hij wil wel, maar om de een of andere vage reden wil het niet lukken. Dat zijn perfectionisme, zo lijkt het, hem in de weg zit en het presteren onder druk het hem nog moeilijker maakt. Daarnaast is zoonlief van linkshandig naar rechtshandig gaan schrijven en heeft daarvoor inmiddels anderhalf jaar fysio. Dat zoonlief dus op school aan zoveel dingen tegelijk moet denken vraagt veel van hem. Teveel?

We hebben zoonlief zo goed mogelijk, maar niet tot in detail, uitgelegd waarom we hier zijn. Hij vindt het prima en leuk, want er is allemaal speelgoed dat hij thuis niet heeft. En zo samen met papa en mama op stap gebeurt ook niet alle dagen.

Na het bezoek gaan we bij de Intratuin een bakje koffie drinken, voor zoonlief een Fristie met een overheerlijk saucijzenbroodje erbij. Wat vindt hij het gezellig, zo samen met papa en mama op stap! Hij geniet er volop van en wij ook!

vrijdag 14 oktober 2011

Ondertussen

Ondertussen laten we zoonlief allerlei testjes doen op de computer. Want de resultaten van zoonlief hebben ons een beetje onzeker gemaakt. Althans mij, manlief is er nog steeds van overtuigd dat zoonlief een goed stel hersens heeft, dat daar niets aan mankeert. 


Ik wil bewijs en laat zoonlief door middel van www.onlineklas.nl allerlei spelletjes doen. Rekenen bijvoorbeeld. We ontdekken dat hij prima in staat is de sommen te maken, maar zien ook dat zoonlief in paniek raakt als hij onder tijdsdruk moet presteren.

Een van de spellen is een ballonnenspel. Er wordt een som gegeven en in de vier ballonnen die omhoog gaan staat het goede antwoord. Niets aan de hand als zoonlief de tijd heeft het antwoord uit te rekenen en de juiste ballon te vinden. Maar naarmate zoonlief meer sommen goed heeft gaan de ballonnen sneller omhoog. En dan slaat de paniek toe, want stel dat hij een foute ballon aanklikt. 

 
Natuurlijk gebeurt dat en zijn de rapen gaar. Boos en gefrustreerd en met grote onzekerheid gooit hij het bijltje erbij neer.  Helemaal in paniek geeft zoonlief aan dat hij geen spel meer wil spelen. Maar hij moet, want wij willen zien waar de schoen precies wringt.

Het wordt ons helemaal duidelijk als hij sommen moet maken met een tijdklok erbij. Hij presteert vrijwel niets omdat zijn oog alleen maar gericht is op de tijd die maar doortikt. De paniek slaat opnieuw toe en zoonlief stopt er mee. 

Zolang er geen tijdsdruk op staat en hij zich dus maar op een ding behoeft te concentreren gaat het uitstekend. Maar zodra er meerdere dingen van zoonlief worden verlangd (tijd en prestatie) slaat de paniek toe, loopt zijn hoofdje vol en slaat hij vast.

Belangrijke aandachtspunten om mee te nemen in het onderzoek zijn paniek, onzekerheid, perfectionisme en faalangst.

woensdag 12 oktober 2011

De papierwinkel ...

Tijdens het telefoongesprek met het onderzoekscentrum wordt alles kort uitgelegd. We worden eerst gebeld voor een telefonische intake. Op basis van de telefonische intake wordt gekeken of wij bij het onderzoekscentrum aan het goede adres zijn.

Aan het einde van het telefoongesprek met een psycholoog van het onderzoekscentrum wordt me verteld hoe het proces gaat verlopen en binnen welke termijn we een intakegesprek kunnen verwachten. Zodra alle formulieren, die we na dit gesprek krijgen toegestuurd, ingevuld binnen zijn, krijgen we van het onderzoekscentrum een uitnodiging voor een intakegesprek. Zaak dus om alle formulieren zo snel mogelijk in te vullen!

De formulieren voor inschrijving komen binnen. Voor ons, maar ook voor school. Over alle vragen denken we goed na, want het gaat tenslotte om het welzijn van onze zoon. De onzekerheid slaat toe. Schilderen we hem niet mooier af dan de werkelijkheid? En was  het echt wel zo, zoals we het nu hebben opgeschreven?

Ook school moet formulieren invullen. School doet z’n uiterste best alles zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen. Dat lukt! In een ommezien krijgen we de formulieren zorgvuldig ingevuld terug. Nu kan alles worden opgestuurd. De spanning stijgt. Het is nu wachten op een belletje of een brief voor het intake gesprek.

woensdag 5 oktober 2011

Het rapport

Ergens half januari heb ik, na schooltijd, een kort gesprek met de juf. Ze wil graag dat we op de ouderavond komen om over de schoolresultaten van zoonlief te praten. In een paar woorden laat ze me weten dat het rapport kantje boord is. Met een bezwaard hart ga ik naar huis. Ik begrijp het niet. In november was alles nog goed, waren de resultaten oké.

Als we het rapport van zoonlief onder ogen krijgen begrijpen we wat juf bedoeld. Het ziet er niet goed uit. Nou, nee dat is niet helemaal waar. Er is een grote discrepantie tussen de tussentijdse toetsen en de citoscores.

Wat wij al wisten, zien we nu bevestigd. Zoonlief staat onder hoge druk. Dat zien we in alles. Hij is onrustig en snel geïrriteerd. Hij doet zijn uiterste best, maar dat lijkt niet genoeg, zo geven de citoscores aan.

Zoonlief kan slecht tegen presteren onder tijdsdruk. Ook dat wisten we al. In groep drie gaf hij regelmatig zenuwachtig aan dat hij werkte met een timetimer en wel alles wel op tijd af moest hebben. We hebben daar toen niet teveel aandacht aan besteed. Maar door de resultaten van het rapport wordt het ons allemaal nog duidelijker en komen de herinneringen aan wat zoonlief in groep drie zei terug. We moeten hier iets mee doen en wel heel snel. Adhd of niet, we laten hem zo niet doorzwoegen.

We wachten niet tot we het gesprek op school hebben gehad, maar bellen direct het onderzoekscentrum met de vraag zoonlief te onderzoeken. En dan begint de wirwar van papieren …