donderdag 24 januari 2013

Mijn moederhart huilt!

Tussen-de-middag. De kinderen hebben het eten op. Zoonlief vraagt of ik even naar de gang wil komen. Dat vraagt hij altijd als hij iets belangrijks te bespreken heeft, dat zijn broertje niet mag weten. ‘Mam, ze zeggen dat ik dom ben. Ik maak ook grapjes en zo.’ Hij praat heel onduidelijk en onsamenhangend. Niet goed wetend hoe hij de stroom van emoties in zijn lijf onder woorden moet brengen. Het is allemaal een beetje teveel. ‘Hoezo dom, je bent helemaal niet dom!’ roep ik verontwaardigd.

Twee weken cito en een mogelijke verbouwing op komst doen geen goed aan de gemoedstoestand van zoonlief. Tel daar een zelfvertrouwen beneden het vriespunt bij op en het stormt vreselijk in zoonliefs hoofd.

Ik hap naar adem als zoonlief zegt: ‘Ja mam, als ik grapjes maak en zo, dan denk ik dat ik ook iemand ben.’ Mijn hart breekt. Mijn hart huilt om zo weinig zelfvertrouwen. Om de lelijke dingen die andere kinderen (misschien onbedoeld) kunnen zeggen. ‘Lieverd, jij bent jij met je lieve lach, je humor, je omzien naar de ander, je boosheid, je verdriet, je bent dat allemaal. Je bent niet alleen maar die humor, je bent zoveel meer!’

‘Ik weet het niet hoor mam, maar ik ben zo druk en zo. Ik voel me zo, ja ik weet het niet. Hoe moet dat nou met die verbouwing en ja ik moet nu naar school, maar ….’ Hij komt er niet uit. Ik moet hem laten gaan, maar ben nog lang niet uitgesproken. Ik wil hem knuffelen, vasthouden en zo veel meer. Maar de tijd gebied anders.

Waarom moet een citoperiode nou twee lange weken duren. Voor mijn mannetje is dat veel te veel. Hij heeft het niet zo laten merken (ook niet met onrust) tot nu … De spanning in zijn lijf zoekt een uitweg en heeft het gemunt op zijn zelfvertrouwen, die een behoorlijke knauw heeft gekregen ...

Mijn hart huilt. Wat doet dit pijn!

dinsdag 15 januari 2013

Een topcijfer

Gespannen loop ik voor het keukenraam heen en weer. Het is half vier, hij zou inmiddels wel thuis moeten zijn. Dit helpt niet echt. Ik loop bij het raam vandaag en ga iets doen. Niet veel later sta ik weer voor het raam, maar ook dan zie ik zoonlief niet voorbij komen fietsen. Mijn geduld wordt aardig op de proef gesteld.

Net als ik weer weg wil lopen komt zoonlief aangefietst. Aan zijn gezicht kan ik niet zien of het goed is gegaan. Hij kijkt gewoon, niet blij, maar ook niet boos. Wat dat te betekenen heeft weet ik niet. Vol verwachting loop ik naar de achterkant van het huis en sta voor het raam als hij het tuinhek opendoet. Dan nog zegt hij niets. Hij heeft niet in de gaten dat ik vol verwachting op zijn cijfer sta te wachten.

Ik kan me niet meer inhouden en vraag: ‘En?’ Dan komt zoonlief los. Hij heeft maar een 8,5 gekregen en is behoorlijk teleurgesteld. Ik ben meer dan blij voor hem, maar zoonlief vindt het niets. ‘Maar, zeg ik, ‘als het een negen was geweest, was je ook niet tevreden, want dan had je gerekend op een 9,5 of niet?’


Hij is boos op een van de jongens uit de klas die een stom punt naar voren bracht. ‘Mam, hij zei dat ik te hard praatte en hij me daardoor niet goed kon verstaan. Dat is toch belachelijk.’ Ik kan niet anders dan toegeven dat dit een lichtelijk onhandig opmerking is. ‘Hij bedoelde vast dat je nasaal klinkt, omdat je zo verkouden bent, maar wist dat waarschijnlijk niet goed te benoemen.’, geef ik als antwoord. ‘Dan moet hij dat toord.  nasaal klinkt, omdat je zo verkouden bent, maar wist dat waarschijnlijk niet goed te benoemen.ch zeggen en niet dat ik ter hard praat en hij het niet kan verstaan. Hij is toch niet doof?’

Het is beter dit punt te laten rusten en me toe te spitsen op zijn topcijfer. Ik ben trots op hem en de beoordeling liegt er niet om! Hij doet alles uit zijn hoofd, heeft geen papiertje nodig. Maar de boekbespreking had 10 minuten moeten duren i.p.v. 7 minuten.  Dat had zoonlief ook gezegd, maar ik had het idee dat hij daar wel aan kwam. Alleen had meester de vragen die zoonlief de klas stelde niet meegerekend. Ach … wat geeft het, met zo’n cijfer niets te klagen vind ik.

Op naar het werkstuk en zijn spreekbeurt, maar nu eerst volop in de cito …

woensdag 9 januari 2013

Een beetje chaos

Ik hoor je denken. Gaat het daar dan allemaal van een leien dakje? Zijn wij soms de enige waar het niet gaat zoals het zou moeten lopen? Nee hoor echt niet! Dat die decembermaand goed verlopen is, is fantastisch natuurlijk. Maar ook in dit huis is een adhd-er aanwezig en dat zullen we weten ook. Soms is het leuk, grappig en lief en soms is het slikken, tot tien tellen of uit elkaar barsten.

Met dat de kerstvakantie begon kwam de ontlading van de deze maand en de spanning voor de vakantie die nog komen ging. Wat een stuiterballetje. En ik ben ervan overtuigt dat dat stuiteren  ook bevordert wordt door computerspellen, tv kijken, de IPad en alles wat maar een schermpje heeft. Om dat in te perken heb ik dat aan tijden gebonden tot grote ergernis van de kids.

De hele vakantie heeft zoonlief geen medicatie gebruikt. En daarmee ging direct de eetlust omhoog, de irritatiedrempel naar beneden en de remmen los. Stoppen kwam niet echt in zijn woordenboek voor, tenzij ik mijn verzoek maar vaak genoeg herhaalde. En dan maar hopen dat hij in al zijn chaos mijn verzoek niet vergat …

De skivakantie ging fantastisch! Hoewel de lessen al gauw saaaaaiiiiiii waren, was het vrij skiën een verademing. Alles proberen, vol enthousiasme en zonder enige angst. Dat ging natuurlijk een keert mis, waardoor hij ineens begreep dat remmen niet voor niets wordt aangeleerd en verantwoordelijkheid nemen bij het skiën heel belangrijk is.

Nu gaat alles weer z’n gangetje. Morgen het eerste spannende moment ... de boekbespreking, gevolgd door de citoperiode van volgende week. Ben benieuwd of zoonlief, net als bij het skiën, zijn zelfvertrouwen weet te behouden!