Al na een aantal gesprekken wordt duidelijk dat zoonlief het ‘saai’ vindt.
Therapeut moet iets beter haar best doen om de stof met zoonlief te bespreken.
Na zo’n vijf gesprekken weet hij het wel en wil graag stoppen of meer
uitdaging. Maar zo zeker niet doorgaan. Ik adviseer hem dit met haar te
bespreken. En dat doet hij …
Zoonlief volgt een-op-een-gesprekken met een therapeut om zich bewuster
te worden van zijn onzekere gevoelens en wat dat met hem doet. Wat de gevolgen
daarvan zijn. Al na een paar weken hoor ik hem zeggen: ‘Mam, ik was op school
even onzeker, maar toen ik het aan de meester vroeg, voelde ik me gelijk een
stuk zekerder.’
We boeken vooruitgang. Wij vragen ook meer door. Gaan dieper op zijn
gevoelens in en vragen vooral wat het met hem doet. Soms is het spitten en soms
weet hij het gelijk.
De therapeut adviseert om zoonlief de ‘stop-denk-doe-methode’ te laten
volgen. Op dit moment wil zoonlief helemaal niets (en ik ook niet), maar deze
methode spreekt me wel erg aan en hier zal zoonlief veel baat bij hebben. Zeker
in de toekomst.
Wat is de
stop-denk-doe-methoede?
Zoonlief leert door deze methode om te gaan met z’n impulsiviteit. Hij moet dan vier stappen nemen. Hoe vaker hij deze stappen doorloopt, hoe meer inzicht zoonlief krijgt.
Zoonlief leert door deze methode om te gaan met z’n impulsiviteit. Hij moet dan vier stappen nemen. Hoe vaker hij deze stappen doorloopt, hoe meer inzicht zoonlief krijgt.
1. Stop! Wat moet ik doen? Wat is het probleem?
2. Denk! Hoe kan ik dat doen? Ik bedenk een oplossingsstrategie.
3. Doe! Ik ga het uitvoeren. Ik ga mijn oplossingsstrategie uitvoeren.
4. Terugkijken! Hoe heb ik het gedaan? Ik evalueer mijn oplossing en de
uitvoering van mijn oplossing.